Kindgebondenbudget en kinderalimentatie
Op 9 oktober 2015 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de berekeningswijze van de kinderalimentatie en de wijze waarop het kindgebonden budget hierin moet worden meegenomen.
Eind 2014 heeft de Expertgroep Alimentatienormen in de tremanormen aangegeven dat door de wijzigingen van de wet hervorming kindregelingen vanaf 2015 het kindgebondenbudget inclusief de alleenstaande ouderkop de behoefte van het kind zal verminderen. In de berekeningswijze diende dan ook het kindgebondenbudget van de kosten van het kind te worden afgetrokken om zo de ouderlijke bijdrage te kunnen bepalen.
In het begin van 2015 is deze aanbeveling in enkele uitspraken van de rechtbank niet gevolgd. In april 2015 heeft de werkgroep de aanbeveling opnieuw bevestigd maar nu komt de Hoge Raad toch met een andere zienswijze en zegt in haar beantwoording van de prejudiciële vragen, welke aan de Hoge Raad zijn gesteld, dat het kindgebonden budget niet in aanmerking dient te worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind. Wel moet het in de berekening van de kinderalimentatie het hele kindgebonden budget inclusief de alleenstaande ouderkop worden opgeteld bij de draagkracht van de ontvanger van het kindgebonden budget.
Hierdoor is er hoogstwaarschijnlijk een einde gekomen aan veel onduidelijkheid die er heerste in het bepalen van de alimentatie. Het wachten is wellicht nog op een berichtgeving van de expertgroep waarin zij zullen aangeven het antwoord van de Hoge Raad te zullen volgen zoals zij hebben aangegeven tijden de vergadering van 17 april 2015.
Ook in de meeste software programma’s waarmee de alimentatie wordt berekend moet deze wijzigingen nog worden verwerkt zodat het gehele kindgebondenbudget inclusief de alleenstaande ouderkop niet meer van de kosten van de kinderen wordt afgetrokken maar wordt meegenomen in de draagkracht van de ontvangende ouder.
Mocht u over dit onderwerp nog vragen hebben of een herberekening willen maken met deze wijziging neemt u dan contact met mij op.