Einde partneralimentatie bij samenwonen?
Gedurende een huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn beide partners verplicht om elkaar te onderhouden. Na het beëindigen van het huwelijk of geregistreerd partnerschap blijft deze verplichting voortbestaan. Diegene met de meeste draagkracht, betaalt na het beëindigen van het huwelijk of geregistreerd partnerschap partneralimentatie aan de ex-echtgeno(o)te, indien deze niet zelf kan voorzien in zijn of haar levensonderhoud / behoefte en diegene ook over voldoende draagkracht beschikt om bij te dragen in zijn of haar levensonderhoud. Er zijn nogal wat vraagtekens te plaatsen over het einde van de partneralimentatie bij samenwonen.
In artikel 160 boek I van het burgerlijk wetboek (artikel 1:160 BW) staat wanneer de alimentatieplicht eindigt. Volgens dit artikel eindigt de alimentatieplicht wanneer de alimentatiegerechtigde opnieuw in het huwelijk treedt danwel is gaan samenleven met een ander als ware zij gehuwd. Tussenkomst van de rechter is dan niet vereist om de alimentatie te eindigen. Indien dit tweede huwelijk wordt ontbonden, herleeft de alimentatieplicht niet. In een echtscheidingsconvenant kunnen partijen evenwel afwijken van de regel van artikel 1:160 BW en het beëindigen van de partneralimentatie bij samenwonen.
Wanneer is er sprake van duurzaam samenwonen?
Er is sprake van duurzaam samenwonen indien u en uw partner het hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en beiden zijn inschrijving op hetzelfde adres in de basisregistratie personen (BRP) . Overige criteria zijn bijvoorbeeld dat u beiden voor elkaar zorgt, u bijdraagt in de kosten van de huishouding en een slaapkamer deelt. Met bijdrage in de kosten van de huishouding wordt bedoeld dat de woonlasten worden verdeeld tussen u en uw partner. Een voorbeeld hiervan is dat u samen de boodschappen doet en dat u beiden zorgdraagt voor het huishoudelijk werk. Het doet er niet zoveel toe hoeveel dagen in de week uw partner bij u komt logeren en/of dat uw partner een eigen woonruimte heeft. Wanneer uw partner een eigen sleutel heeft en eigen spulletjes in de woning heeft liggen, kan er al worden vastgesteld dat er sprake is van samenwonen.
Afwijking van artikel 1:160 bw
In afwijking van het in artikel 1:160 BW bepaalde, eindigt de alimentatieplicht, van diegene met de meeste draagkracht, niet wanneer de alimentatie gerechtigde opnieuw in het huwelijk treedt, geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen met een ander. In tegenstelling tot de bovenstaande zal de plicht tot betalen van partneralimentatie bij samenwonen doorlopen tot een aantal maanden/jaren en zal de alimentatie onverkort/gedeeltelijk worden betaald. Er geldt dus als het ware een proeftijd van een bepaalde tijd. Mocht er na een bepaalde tijd niets veranderen aan de situatie, dan eindigt de alimentatieplicht op dat moment definitief.
Deze regeling heeft zowel voor de alimentatieplichtige als de alimentatiegerechtigde voordelen. Het voordeel voor de alimentatieplichtige is dat zijn/haar ex-partner eerder een nieuwe relatie durft aan te gaan zonder zich zorgen te hoeven maken dat de alimentatie definitief zal eindigen. Indien de samenleving voortduurt, vervalt de verplichting tot het betalen van de partneralimentatie bij samenwonen.
Het voordeel voor de alimentatie gerechtigde is dat zij/hij tijdens het zogenaamde “proef samenwonen” zijn/haar aanspraak op de partneralimentatie van de ex-partner, tot een bepaalde tijd, niet verliest. Hierdoor heeft de alimentatie gerechtigde meer zekerheid en staat het definitief verliezen van de partneralimentatie bij samenwonen, de wens om te gaan samenwonen niet in de weg.